De energietransitie is gericht op het verminderen van de CO2-uitstoot. Hoe kan in bestaande woningen met gasverwarming een dergelijke reductie het best worden bereikt bij een overschakeling naar een warmtepompoplossing? Dit werd onderzocht voor een Nederlandse standaardopstelling.
Het typisch Nederlandse woonhuis wordt verwarmd met gas door middel van een condensatieketel en met middelmatige isolatie. De studie vergeleek een verschuiving van de condensatieketel naar een conventionele volledig elektrische warmtepomp of naar een hybride warmtepomp op elektriciteit of gas. Het eerste alternatief omvat zowel lucht- als grondwarmtepompen. De hybride warmtepomp is een luchtwarmtepomp in combinatie met een condensatieketel. Om een goede vergelijking te kunnen maken, werd rekening gehouden met de kosten voor zowel de opwekking, transmissie en distributie van de energie, evenals de kosten van de apparaten.
Meer warmtepompen leidt tot meer elektriciteitsverbruik
Het nadeel van een volledig elektrische warmtepomp is dat hij zijn rendement verliest wanneer de buitentemperatuur daalt - ook wanneer de verwarming een piek bereikt. Daarom zal er meer elektriciteit worden gebruikt om een bepaald niveau van binnencomfort te bereiken, in vergelijking met periodes met hogere buitentemperaturen. En dit heeft invloed op zowel de elektriciteitskosten als op de uitstoot. Bij een installatie van zo’n systeem op landelijk niveau zou het ook investeringen in de elektriciteitsinfrastructuur vereisen: transport, distributie en elektriciteitsopwekking.
Met een hybride warmtepomp kan de energiedrager worden gevarieerd, waardoor de kosten en/of emissies verder kunnen worden verlaagd. Bijvoorbeeld wanneer de prestaties van de warmtepomp slecht zijn door lage temperaturen of wanneer de emissiefactoren van de beschikbare elektriciteit slecht zijn, kan gas worden gebruikt. En elektriciteit kan worden gebruikt wanneer de beschikbaarheid van schone elektriciteit goed is.
Zes scenario's vergeleken met betrekking tot economie en milieu
In de studie werden de drie verwarmingsopties gecombineerd met twee isolatieopties: middelhoge en hoge isolatieniveaus, wat in totaal zes scenario's oplevert, met als basislijn het scenario "condensatieketel, middelhoge isolatie". Vergeleken hiermee zijn de totale kosten het laagst voor het scenario "hybride warmtepomp, medium isolatie". Ter vergelijking, het scenario "volledig elektrische warmtepomp, medium isolatie" zou de kosten meer dan verdubbelen, voornamelijk door de investeringsbehoeften in de elektriciteitsinfrastructuur om aan de verhoogde piekbelasting te voldoen.
Wat de CO2-uitstoot betreft, hebben alle vijf de scenario's geleid tot een vermindering ten opzichte van de basislijn. De grootste dalingen waren voor de twee scenario's met warmtepompen en hoge isolatie. Dit is niet verwonderlijk, want de uitstoot neemt af met het energieverbruik. Een vergelijking van de twee scenario's met hetzelfde isolatieniveau laat zien dat hybride warmtepompen in beide gevallen tot meer reducties hebben geleid dan de alternatieven.
Het is ook relevant om de reductiekosten per eenheid CO2 te vergelijken. De studie toont aan dat de laagste kosten per ton CO2-reductie voor het scenario "hybride warmtepomp, medium isolatie" gevolgd door het scenario "hybride warmtepomp, hoge isolatie". Dit geeft aan dat op markten die vandaag de dag sterk afhankelijk zijn van gas voor verwarming, een wijdverspreide inzet van hybride warmtepompen een aantrekkelijk alternatief zou zijn, zowel vanuit economisch als vanuit milieuoogpunt.